TRAMWEG–STICHTING

home > collectie > HTM 58

H.T.M. 58

Buitenlijner

HTM 58 en 779
HTM 58 en 779 in Scheveningen, 25 april 2014

Voor de lijnen buiten de gemeente Den Haag werden in 1923 dertig trams in Duitsland bij vier fabrieken besteld. Deze interlokale tramlijnen, in Den Haag buitenlijnen genoemd, liepen naar Delft (later ook Voorburg) en Wassenaar-Leiden. Voor zulke lange-afstandstramlijnen was inmiddels een standaard-tramtype ontwikkeld, waarbij de reizigers in het midden instapten en de bestuurder een eigen ruimte aan de koppen van de wagen had (deze trams konden met en zonder keerlus keren). Ook de Blauwe Trams A106 en B412 zijn daar voorbeelden van.

Er was ruimte voor 60 passagiers en de breedte van de tram werd door de HTM afgestemd op de route van haar stoomtram over de smalle Oude Delft, waardoor de tram niet de standaardbreedte van 2m35 kon krijgen, maar slechts 2m16 breed was. Evenwel werd na groot protest in Delft besloten de electrische tramlijn over de Gedempte Vest te leggen, waar voldoende ruimte voor de gewone trambreedte zou komen. Maar de bestelling was al geplaatst.

Wettelijk voorgeschreven voor de trams langs de buitenwegen was, dat er 2 koplampen moesten zijn i.p.v. 1, zoals dit op de stadstrams gebruikelijk was. Naast de gangbare bel moesten interlokale trams ook een fluit hebben.

Naar Amsterdam

Van deze dertig motorrijtuigen zijn er twee bewaard gebleven: de HTM 57 en 58. De 57 is in de stijl van de jaren '50 onderdeel van de HTM-collectie in het HOVM en vormt een tramstel (ensemble) met de salonwagen 118.

De Haagse Buitenlijnmotorwagen 58 is na vele omzwervingen in beheer gekomen bij de Tramweg-Stichting. Deze wagen reed op 4 januari 1965 zijn laatste rit in de dienst naar Delft en werd daarna klusjeswagen bij de HTM.

De 58 is in 1923 gebouwd door Linke-Hoffmann-Lauchhammer in Keulen, als een van de tien wagens uit de deelserie 51-60.

HTM 58 bij de EMA
In de jaren '80 reed de HTM 58 op de Electrische Museumtramlijn in Amsterdam. Foto: Erik Swierstra, 29 juli 1984.

Zijn voorgenomen bestemming was het Spoorwegmuseum, dat toen echter geen plaats had. Later ging de HTM 90 naar dit museum als vertegenwoordiger van de interlokale electrische tram. De 58 ging in 1975 naar de Electrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA) waar er vanaf 1984 tot in 1993 mee gereden werd. Toen werd een structurele restauratie noodzakelijk.

In 2008 is de wagen daartoe naar de Lijsterbesstraat in Den Haag overgebracht voor restauratie naar staat van 1958 inclusief de juiste reclameborden. In 2014 werd de wagen goedgekeurd voor rijden op het HTM-net en op 30 maart door de Haagse wethouder en bestuurder van Haaglanden, Peter Smit, opnieuw in dienst gesteld.

De ingrijpende restauratie is uitgevoerd door een werkgroep van de Stichting Tramwerk en de Tramweg-Stichting. Sinds begin 2008 verblijft de wagen in Den Haag, waar hij regelmatig op de baan komt, al dan niet vergezeld van de luchtberemde vierassige bijwagen 779.

TS Schev./EdH

naar boven